Wat bepaalt of je gemotiveerd bent?
Motivatie blijft een boeiend onderwerp. Het is dynamisch, te beïnvloeden en hangt vaak ook samen met de manier waarop je naar prestaties kijkt. Om dit te illustreren een voorbeeld.
Als twee jaar woon ik in de Verenigde Staten. Om er voor te zorgen dat mijn dochters na de zomer weer naadloos in kunnen stromen in het Nederlandse onderwijs, gaan ze naast hun reguliere weekschool elke zaterdagochtend drie uur naar de Nederlandse School. Samen met ruim 80 leerlingen betekent dit dat ze elke zaterdag ochtend ook vroeg het bed uit moeten en bij het plannen van hun weekendactiviteiten rekening moeten houden school. En ze maken extra huiswerk. Ook voor de ouders heeft naar de Nederlandse School gaan een behoorlijke impact. Soms moeten ze meer dan een uur rijden om bij de school te komen. En zaterdagochtend vroeg opstaan, zorgt zeker bij de tieners niet altijd voor een heel gezellige sfeer bij het ontbijt. En hoewel sommige kinderen wel eens een weekje missen, is de opkomst goed en wordt het huiswerk goed gemaakt.
Het bestuur en enkele leraren van de school klagen echter dat de motivatie van de leerlingen en ouders zo laag is. Sportwedstrijden lijken wel altijd voorrang te krijgen op de lessen. En ouderbijeenkomsten worden zo slecht bezocht. De kinderen lijken tijdens de lessen niet vooruit te branden het huiswerk wordt toch wel erg vaak niet gemaakt.
Is er nu wel of geen motivatie bij de ouders en leerlingen? Waar hangt dat van af?
– Waar leg je de lat? Wat is je verwachtingspatroon?
– In hoeverre houd je rekening met de omstandigheden en omgevingsfactoren
Als je als bestuur of leraar de lat hoog legt, alle zaterdagen aanwezig en altijd het huiswerk maken, zal je alle kinderen die hier niet aan voldoen, betitelen als ongemotiveerd. Terwijl als je rekening houdt met de omstandigheden, je de motivatie juist erg hoog zou kunnen noemen. Het is maar hoe je er naar kijkt! Een glas is al half leeg of nog half vol.
De manier waarop je motivatie beoordeelt heeft grote gevolgen juist voor de motivatie. Als je uitgangspunt is dat mensen niet gemotiveerd zijn, benader je ze op een heel andere manier dan als je oordeel positief zou zijn. Bij elke keer dat iemand niet komt, voel je de bevestiging dat die persoon inderdaad niet gemotiveerd is. Elke keer dat het huiswerk niet gemaakt is, zal waarschijnlijk een diepe zucht opleveren. De benadering vanuit je kijk op de leerling bepaalt vervolgens of motivatie aangewakkerd wordt of als een nachtkaars uitgaat. Sterker nog, als jouw uitgangspunt is, dat ze het toch wel weer niet gedaan zullen hebben, is de kans groot dat je stuit op weerstand.
Ook in de schuldhulpverlening zie je dat de lat soms hoog wordt gelegd. Als een klant niet verschijnt op een afspraak of zijn spullen niet heeft ingeleverd, betitelen we hem al snel als ongemotiveerd. Maar is dat eigenlijk wel zo? In het leven van klanten van de schuldhulpverlening spelen vaak ontelbare andere zaken. Zaken die soms nog wel urgenter of belangrijker zijn dan schuldhulpverlening. Ondanks die omstandigheden zorgen veel klanten dat ze toch op afspraken verschijnen. En doen ze hun uiterste best om opdrachten toch uit te voeren.
Hoe kijk jij eigenlijk naar klanten? Houd je rekening met het feit dat er in hun leven vaak nog veel meer speelt dan alleen schulden? Dat het feit dat ze deze week 10 euro bezuinigd hebben, al een enorme investering gevraagd heeft? Of vindt je dat ze zich altijd aan de afspraken moeten houden omdat ze anders niet gemotiveerd zijn? Vind je dat jouw werk het meest belangrijke is? Door jouw opdrachten op te volgen komt de klant uit de problemen. Daar moet gewoon de prioriteit van de klant liggen.
De manier waarop je naar de totale situatie kijkt bepaalt of jij je klanten gemotiveerd vindt of juist ongemotiveerd. Of je ze bestraffend toespreekt of juist complimenteert met het feit dat ze toch gekomen zijn. Of je energiek met ze aan de slag gaat of eerst een teleurstelling moet verwerken. Wat heb je liever? Aan jou de keus!